VERORDENING (EU) Nr. 305/2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten
In deze verordening worden de eisen vastgelegd voor bouwproducten. Het draait daarbij om de producten die blijven worden verwerkt in bouwwerken, of delen daarvan, en waarvan de prestaties gevolgen hebben voor de prestaties van het bouwwerk.
In artikel 3 worden vervolgens de fundamentele eisen opgesomd, die verwijst naar bijlage 1 met eisen zoals mechanische weerstand, stabiliteit, brandveiligheid en hygiëne. Er dient ook een prestatieverklaring opgesteld te worden voor het product, die alle belangrijke gegevens moet bevatten van het product. Na het opstellen van de prestatieverklaring dient de fabrikant ook de CE-markering correct aan te brengen op het product. Als een product niet, of niet volledig onder een geharmoniseerde norm vallen, vraagt de fabrikant een Europees beoordelingsdocument op (artikel 19).
Deze verordening bepaalt de voorwaarden voor het in de handel brengen of aanbieden van bouwproducten door geharmoniseerde voorschriften vast te stellen voor de wijze waarop de prestaties van bouwproducten met betrekking tot hun essentiële kenmerken worden uitgedrukt, en voor het gebruik van de CE- markering op die producten.
Definities (artikel 2)
Waar passend, stelt de Commissie bij gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 60 ook de drempelniveaus vast van de prestaties met betrekking tot de aan te geven essentiële kenmerken.
Het bouwwerk als geheel en ook de afzonderlijke delen ervan moeten geschikt zijn voor het beoogde gebruik, in het bijzonder rekening gehouden met de gezondheid en de veiligheid van de personen die er tijdens de hele levenscyclus van het bouwwerk bij betrokken zijn. Bij normaal onderhoud moeten bouwwerken gedurende een economisch redelijke levensduur aan onderhavige fundamentele eisen voor bouwwerken voldoen.
Het bouwwerk moet zodanig worden ontworpen en uitgevoerd dat de krachten die er tijdens de bouw en het gebruik op kunnen inwerken, geen van de volgende effecten teweegbrengen:
Het bouwwerk moet zodanig worden ontworpen en uitgevoerd dat bij het uitbreken van brand:
Het bouwwerk moet zodanig worden ontworpen en uitgevoerd dat het gedurende de hele levenscyclus geen risico vormt voor de hygiëne, gezondheid en veiligheid van arbeiders, bewoners en omwonenden, en dat het tijdens zijn volledige levensduur geen buitengewoon grote invloed uitoefent op de milieukwaliteit of op het klimaat, noch tijdens de bouw, het gebruik of de sloop ervan, in het bijzonder als gevolg van:
Het bouwwerk moet zodanig worden ontworpen en uitgevoerd dat het gebruik ervan of de daarin verrichte activiteiten geen onaanvaardbare ongevallen- of schaderisico’s meebrengen, zoals uitglijden, vallen, botsen, brandwonden, elektrocutie, verwondingen door explosie en inbraken. Met name moet bij het ontwerp en de uitvoering van het bouwwerk rekening worden gehouden met de toegankelijkheid voor en het gebruik door gehandicapten.
Het bouwwerk moet zodanig worden ontworpen en uitgevoerd dat het door gebruikers en omwonenden waargenomen geluid op een zodanig niveau gehandhaafd blijft dat het hun gezondheid niet bedreigt en dat hun slaap, hun rust en hun werk daar geen nadeel van ondervinden.
Het bouwwerk en de verwarmings-, koel-, verlichtings- en ventilatie-installaties ervan moeten zodanig worden ontworpen en uitgevoerd dat, rekening gehouden met de gebruikers en de lokale klimaatomstandigheden, een gering energieverbruik voldoende is. Het bouwwerk moet voorts energie-efficiënt zijn, en tijdens de volledige duur van de bouw en ook bij de sloop moet zo weinig mogelijk energie worden gebruikt.
Het bouwwerk moet zodanig worden ontworpen, uitgevoerd en gesloopt dat duurzaam gebruik wordt gemaakt van natuurlijke hulpbronnen en met name het volgende wordt gewaarborgd:
Prestatieverklaring (artikel 4)
Afwijkingen van het opstellen van een prestatieverklaring (artikel 5)
Indien uniale of nationale bepalingen er niet toe verplichten de essentiële kenmerken aan te geven waar de bouwproducten zullen worden gebruikt, kan een fabrikant in afwijking van artikel 4, lid 1, bij het in de handel brengen van een onder een geharmoniseerde norm vallend bouwproduct afzien van de opstelling van een prestatieverklaring wanneer:
Inhoud van de prestatieverklaring (artikel 6)
Verstrekking van de prestatieverklaring (artikel 7)
1. Indien een fabrikant om een Europese technische beoordeling verzoekt, maakt de organisatie van technische beoordeling instanties een Europees beoordelingsdocument op en stelt dit vast, voor niet of niet volledig onder een geharmoniseerde norm vallende bouwproducten waarvan de prestaties met betrekking tot hun essentiële kenmerken niet volledig volgens een bestaande geharmoniseerde norm kunnen worden beoordeeld, onder meer omdat:
a) het product niet onder de werkingssfeer van een bestaande geharmoniseerde norm valt;
b) de beoordelingsmethode voorzien in de geharmoniseerde norm voor een of meer essentiële kenmerken van het product niet geschikt is; of
c) de geharmoniseerde norm niet in een beoordelingsmethode voorziet voor een of meer essentiële kenmerken van het product.
2. Tijdens de procedure ter vaststelling van het Europees beoordelingsdocument worden de beginselen van artikel 20 geëerbiedigd en worden de regels van artikel 21 en bijlage II nageleefd.
3. De Commissie kan overeenkomstig artikel 60 gedelegeerde handelingen tot wijziging van bijlage II vaststellen en aanvullende procedureregels voor de ontwikkeling en vaststelling van een Europees beoordelingsdocument instellen.
4. Waar toepasselijk neemt de Commissie, na raadpleging van het permanent comité voor de bouw, bestaande Europese beoordelingsdocumenten als basis voor de overeenkomstig artikel 17, lid 1, te verstrekken mandaten, met als doel geharmoniseerde normen te ontwikkelen voor de in lid 1 van dit artikel bedoelde producten.
Cursus
Cursus Richtlijn bouwproducten
dr. Rick Elbersen