/ Home / CE-markering / Europese Richtlijnen / Meetinstrumenten richtlijn  

Richtlijn meetinstrumenten

Richtlijn Meetinstrumenten (2004/22/EG)

De eerste vragen over deze richtlijn zijn inmiddels gesteld. Een kort overzicht van de belangrijkste feiten.

Een meetinstrument moet een hoge graad van metrologische betrouwbaarheid hebben, zodat een betrokken partij vertrouwen kan hebben in de meetresultaten. Dit moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat de meettechniek en beveiliging van de meetgegevens een voldoende hoog kwaliteitsniveau hebben.

De algemene eisen waaraan meetinstrumenten moeten voldoen zijn beschreven in de richtlijn 2004/22/EG. De technische worden vastgelegd in EN normen. Er zijn op dit moment echter nog geen geharmoniseerde normen beschikbaar.

In de bijlagen van de richtlijn wordt ingegaan op specifieke eisen voor bepaalde toepassingen. De uitgangspunten bij het kiezen van de oplossingen om aan deze eisen te voldoen zijn gebaseerd op het beoogde gebruik van het instrument en elk te voorzien misbruik.


De richtlijn is een “CE” richtlijn. Dat houdt in dat de producten die onder de richtlijn vallen CE gemarkeerd moeten worden en een verklaring van overeenstemming bij het product moet worden gevoegd. Aanvullend moet een metrologische markering worden aangebracht die bestaat uit een rechthoek met daarin de hoofdletter M en de laatste twee cijfers van het jaar van aanbrenging. De hoogte van de rechthoek is gelijk aan de hoogte van de CE markering. De aanvullende metrologische markering volgt onmiddellijk op de CE markering. Is een overeenstemmingsprocedure via een aangemelde instantie voorgeschreven (artikel 11 richtlijn), dan volgt het identificatienummer van de instantie die de keuring heeft uitgevoerd na de CE markering en aanvullende metrologische markering.

Een meetinstrument maakt soms deel uit van een groter geheel. In dat geval moeten de markering worden aangebracht op het belangrijkste apparaat van het instrument. Is het meetinstrument te klein of te gevoelig is om er de vereiste markeringen op aan te brengen, dan worden deze aangebracht op de eventuele verpakking en op de documenten die overeenkomstig deze richtlijn moeten worden bijgevoegd.

De markeringen moeten onuitwisbaar en duidelijk zichtbaar of gemakkelijk toegankelijk zijn aangebracht.



Producten die onder de richtlijn vallen zijn:
- watermeters (MI-001)
- gasmeters en volumeherleidingsinstrumenten (MI-002)
- wattuurmeters (MI-003)
- warmteverbruiksmeters (MI-004)
- meetsystemen voor continue en dynamische meting van hoeveelheden andere vloeistoffen dan water (MI-005)
- automatische weeginstrumenten (MI-006)
- taxameters (MI-007)
- stoffelijke maten (MI-008)
- dimensionale meetinstrumenten (MI-009)
- uitlaatgasanalysatoren (MI-010).

Waarbij de MI 001 t/m MI 004 verwijzen naar de specifieke bijlagen in deze Richtlijn.



Willem Verwoerd