Volgelaatmaskers bedekken het gehele gezicht en zijn voorzien van een inlegfilter of filterbus. Er bestaan gasfilters, stoffilters en gecombineerde gas- en stoffilters. Deze maskers zijn geschikt in situaties waarin zowel ogen als longen bescherming nodig hebben. Als de concentratie gas of stof boven de 10.000 ppm moet onafhankelijke adembescherming worden toegepast. Dit gebeurt met bijvoorbeeld perslucht. Personen met ademhalingsmoeilijkheden of baarden mogen geen werk uitvoeren waarbij adembescherming noodzakelijk is. Het werken met een volgelaatsmasker vergt enige oefening. Het is van het belang vooral rustig te ademen. Indien men te snel ademt krijgt men teveel uitgeademde lucht binnen hetgeen hoofdpijn kan veroorzaken.
Controle voor gebruik - Of het juiste type filter wordt gebruikt.
- Controleer eventuele beschadiging van afsluitranden.
- Controleer de ventielen op goede werking.
- Controleer het filter op beschadiging.