Grondwerkzaamheden in de nabijheid van in de grond gelegde kabels mogen alleen zo geschieden dat geen beschadiging van de grondkabels is te verwachten. Worden graafmachines of iets dergelijks gebruikt moet eerst toestemming van de eigenaar van de kabels zijn verkregen en de noodzakelijke gegevens over de kabels zijn verstrekt. Graafmachines en dergelijke mogen pas worden gebruikt als de werkelijke ligging van de kabels is vastgesteld met behulp van een spade. Ook mogen graafmachines de kabels niet te dicht benaderen. Eventueel moeten de graafwerkzaamheden met de spade worden voltooid.
Voor aanvang van de werkzaamheden 1. Voor aanvang van de graafwerkzaamheden moet bekend zijn waar eventuele leidingen liggen.
2. Voor graafwerkzaamheden is een vergunning nodig
Hellingen en vrije randen 1. De helling van de wanden van een put of sleuf wordt bepaald door de samenstelling van de grond en de diepte waarop gewerkt wordt.
2. Zorg dat de rand van de put of sleuf niet te zwaar wordt belast. Een vrije strook van minstens 1 meter beschermt de rand. Bij lossere grondsoorten moet het meer zijn. Eveneens is de diepte bepalend voor de breedte van de vrije strook.
Afzetting en loopplanken 1. Zorg voor een veilige afzetting en zie erop toe dat de hellingen niet door water afkalven.
2. Blokkeer naast de gleuf of put aanwezige buizen of ander materiaal, zodat deze niet kunnen wegrollen.
3. Zorg ook voor loopplanken van minimaal 30 cm breed en voldoende oplegging, zodat niemand over de sleuf hoeft te springen en zo de hellingen beschadigt.
Explosiegevaar bij grondwerkzaamheden 1. Bij het werken in putten en sleuven moet, in verband met explosiegevaar het gebruik van open vuur zo mogelijk worden vermeden.
2. In de praktijk is namelijk gebleken dat wanneer deze putten en sleuven zich in de nabijheid van gasleidingen bevinden, lekgas kan voorkomen. Indien het gebruik van branders noodzakelijk is, moet gecontroleerd worden of de sleuf gasvrij is.
3. Controleer putten en sleuven in gebieden waar zwavelwaterstof voorkomt op de mogelijke aanwezigheid van dit gas.
4. Een diepe sleuf of put (meer dan 1 meter) is een besloten ruimte en de betreffende maatregelen dienen dan ook genomen te worden.
Controleer elektrisch gereedschap altijd voor gebruik Visuele controle voor gebruik:
Voordat een werknemer elektrisch handgereedschap, verplaatsbare werktuigen, handlampen en verplaatsbare leidingen (verlengsnoer e.d.) gaat gebruiken moet van te voren worden nagegaan of er geen onderdelen missen of defect zijn, of de aansluitleidingen met de contactstoppen (stekkers) geen gebreken vertonen. Indien blijkt dat deze elektrische arbeidsmiddelen inclusief de aansluitleidingen een gevaar voor de veiligheid zouden kunnen opleveren mogen deze niet worden gebruikt.
Elektrisch handgereedschap dat nat en vuil is mag niet worden gebruikt.