/ Home / CE-markering / Europese Richtlijnen / Machinerichtlijn / Artikelen  

Machinerichtlijn
Richtlijn 2006/42/EG betreffende machines en tot wijziging van Richtlijn 95/16/EG

Machinerichtlijn 2006/42/EG

De machinerichtlijn (2006/42/EG) geeft de veiligheids- en gezondheidsvoorschriften, inclusief de minimale eisen, aan machines, hijs- en hefgereedschappen, kabels en meer. Deze richtlijn is nodig om CE-markering te toepassen op dergelijke apparaten en bestaat uit een aantal onderdelen.

Allereerst dient er bepaald te worden of het product onder de machine richtlijn valt, rekening houdend met alle mogelijke uitzonderingen (die veelal naar andere richtlijnen verwezen worden). Hierbij wordt ook gekeken binnen welke categorie het product valt (machine, hijs- of hefgereedschap, niet-voltooide machine e.d.).

Als tweede stap volgt de risicobeoordeling, deze geeft een invulling naar het volgen van de essentiële eisen, inclusief de rest risico’s. Hiermee worden zowel de grenzen, als de potentieel gevaarlijke situaties in kaart gebracht. Door het herhalen van de risicobeoordeling, inclusief aanpassingen, zal de machine steeds veiliger worden. Er kunnen ook nog aanvullende eisen zijn, zoals bijvoorbeeld het geval voor hijs- en hefmiddelen (zie deel 4 Bijlage I). Deze stappen, inclusief de risicobeoordeling en analyse, moeten gedocumenteerd worden en onder gebracht worden in het technisch constructie dossier. In de essentiële eisen staat ook een overzicht van wat er allemaal in een gebruiksaanwijzing moet.


Risicoanalyse templates uit onze webshop. Volledig bewerkbaar en conform de nieuwste richtlijnen.


De volgende stap is het opzetten van het technisch constructie dossier. Hierin staan alle belangrijke gegevens over de machine, zoals een beschrijving, (technische) tekeningen, risicobeoordelingen (zoals hierboven beschreven), gebruiksaanwijzing, toegepaste normen enz. Deze verzameling van gegevens van de machine is enkel voor eigen gebruik en hoeft dus niet gedeeld te worden met de klant. Wel dient het dossier op korte termijn aan inspectie instanties getoond te kunnen worden. Het dossier dient voor een periode van 10 jaar bewaard te worden.


Voorbeeld technische dossiers uit onze webshop. Bewerkbare- en informatieve documentatie conform de nieuwste richtlijnen.


Als laatste wordt er een conformiteitsverklaring opgesteld. In artikel 12 en 13 van de richtlijn staat beschreven welke modules gevolgd dienen te worden voor respectievelijk machines en niet-voltooide machines. In de aangewezen bijlages staat vervolgens beschreven waarin er wettelijk voldaan moet worden.

Allereerst wordt het toepassingsgebied bekeken, inclusief de uitzonderingen, om te bepalen of de machine richtlijn van toepassing is.


Toepassingsgebied en uitzonderingen van de richtlijn
De machine richtlijn is van toepassing op de volgende producten:

  • machines;
  • verwisselbare uitrustingsstukken;
  • veiligheidscomponenten;
  • hijs- en hefgereedschappen;
  • kettingen, kabels en banden;
  • verwijderbare mechanische overbrengingssystemen;
  • niet voltooide machines.


Hierbij is het belangrijk de definitie van machines en niet voltooide machines goed in acht te nemen, zoals hieronder opgesomd.


„machine”:

- een samenstel, voorzien van of bestemd om te worden voorzien van een aandrijfsysteem — maar niet op basis van rechtstreeks gebruikte menselijke of dierlijke spierkracht —, van onderling verbonden onderdelen of componenten waarvan er ten minste één kan bewegen, en die samengevoegd worden voor een bepaalde toepassing;

- een samenstel als bedoeld onder het eerste streepje waaraan slechts de componenten voor de montage op de plaats van gebruik of voor de aansluiting op kracht- of aandrijfbronnen ontbreken;

- een samenstel als bedoeld onder de eerste twee streepjes dat gereed is voor montage en dat alleen in deze staat kan functioneren na montage op een vervoermiddel of montage in een gebouw of bouwwerk;
samenstellen van machines als bedoeld onder het eerste, tweede en derde streepje, en/of niet voltooide machines als bedoeld onder g) die, teneinde tot hetzelfde resultaat te komen, zodanig zijn opgesteld en worden bestuurd dat zij als één geheel functioneren;

- een samenstel van onderling verbonden onderdelen of componenten waarvan er ten minste één kan bewegen, en die in hun samenhang bestemd zijn voor het heffen van lasten en die uitsluitend rechtstreeks aangedreven worden door menselijke spierkracht;



„niet voltooide machine”:

- een samenstel dat bijna een machine vormt maar dat niet zelfstandig een bepaalde toepassing kan realiseren. Een aandrijfsysteem is een niet voltooide machine. Een niet voltooide machine is slechts bedoeld om te worden ingebouwd in of te worden samengebouwd met een of meer andere machines of andere niet voltooide machine(s) of uitrusting, tot een machine waarop deze richtlijn van toepassing is;



Uitzonderingen

Daarnaast zijn de volgende zaken uitgezonderd van deze richtlijn (let op: de uitzonderingen vallen veelal onder andere richtlijnen).

- veiligheidscomponenten die bestemd zijn om identieke componenten te vervangen en die geleverd zijn door de fabrikant van de oorspronkelijke machine;

- specifiek voor kermissen en/of amusementsparken bestemd materieel;
machines die speciaal zijn ontworpen of in bedrijf zijn gesteld voor nucleaire doeleinden en waarvan een defect uitstoot van radioactiviteit tot gevolg kan hebben;

- wapens, met inbegrip van vuurwapens;

de volgende vervoermiddelen:

- landbouw- en bosbouwtrekkers voor de risico's die vallen onder Richtlijn 2003/37/EG, met uitzondering van machines die op deze voertuigen zijn aangebracht,

- motorvoertuigen en hun aanhangwagens die vallen onder Richtlijn 70/156/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (1), met uitzondering van machines die op deze voertuigen zijn aangebracht,

- voertuigen die vallen onder Richtlijn 2002/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 maart 2002 betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen (2), met uitzondering van machines die op deze voertuigen zijn aangebracht,

- motorvoertuigen die uitsluitend bestemd zijn voor wedstrijden, en
vervoermiddelen voor het vervoer door de lucht, over het water en over spoornetten met uitzondering van daarop aangebrachte machines;

- zeeschepen en mobiele offshore-eenheden, alsmede machines die aan boord van dergelijke schepen en/of eenheden zijn geïnstalleerd;
machines die specifiek voor militaire of politiële doeleinden zijn ontworpen en geproduceerd;

- machines die specifiek zijn ontworpen en gebouwd voor onderzoeksdoeleinden voor tijdelijk gebruik in laboratoria;

- mijnliften;

- machines voor het verplaatsen van kunstenaars tijdens een optreden;
elektrische en elektronische apparatuur binnen volgende gebieden, voorzover deze vallen onder Richtlijn 73/23/EEG van de Raad van 19 februari 1973 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften der lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen (3):

  • - huishoudelijke apparaten die voor privégebruik zijn bestemd,
  • - audio- en videoapparatuur,
  • - apparatuur die wordt gebruikt in de informatietechnologie,
  • - gewone kantoormachines,
  • - schakelmaterieel en besturingsapparatuur voor laagspanning,
  • - elektromotoren;
  • - de volgende hoogspanningsinstallaties:
  • - schakelmaterieel en besturingsapparatuur,
  • - transformators



Bijlage I: Essentiële veiligheids- en gezondheidseisen
In Bijlage I staan alle verplichte eisen opgesomd. De fabrikant van de machine, of diens gemachtigde, is ook verantwoordelijk voor het uitvoeren van een risicobeoordeling om na te gaan welke veiligheids- en gezondheidseisen van toepassing zijn.


Deze risicobeoordeling moet herhaald worden zodat:

  • de grenzen van de machines te bepalen, zowel uitgaande van het beoogde gebruik als van elk redelijkerwijs voorzienbare verkeerde gebruik daarvan,
  • na te gaan welke gevaren door de machines kunnen worden veroorzaakt en welke gevaarlijke situaties daaraan verbonden zijn,
  • de risico's in te schatten met inachtneming van de ernst van het mogelijke letsel of de aantasting van de gezondheid en de waarschijnlijkheid dat deze zich voordoet,
  • de risico's te beoordelen teneinde, overeenkomstig de doelstelling van deze richtlijn, te bepalen of risicoreductie vereist is,
  • de gevaren weg te nemen of de aan deze gevaren verbonden risico's te verminderen door de toepassing van beschermende maatregelen in de in punt 1.1.2, onder b) vastgestelde volgorde.


De vermelde eisen zijn dwingend, en moeten toegepast worden indien het gevaar in kwestie bij de betrokken machine aanwezig is, onder normale of te verwachte abnormale omstandigheden.



Eisen gebruiksaanwijzing

In Bijlage I staan ook de eisen vermeld voor de gebruiksaanwijzing, zie hieronder (let op: er kunnen aanvullende eisen zijn, zoals het geval bij hijs- en hefmiddelen).

Iedere gebruiksaanwijzing moet, in voorkomend geval, ten minste de volgende informatie bevatten:

  • firmanaam en volledig adres van de fabrikant en van diens gemachtigde;
  • typeaanduiding van de machine als aangegeven op de machine zelf, met uitzondering van het serienummer (zie punt 1.7.3);
  • EG-verklaring van overeenstemming, of een document waarin de inhoud van de EG-verklaring van overeenstemming wordt weergegeven, waarin een opsomming wordt gegeven van de kenmerken van de machine, niet noodzakelijk met inbegrip van het serienummer en een handtekening;
  • een algemene beschrijving van de machine;
  • de tekeningen, schema's, beschrijvingen en toelichtingen die nodig zijn voor het gebruik, onderhoud en herstellen van de machine en voor de controle op de correcte werking ervan;
  • een beschrijving van de werkplek(ken) die door de bedieners kan (kunnen) worden ingenomen;
  • een beschrijving van het beoogde gebruik van de machine;
  • waarschuwingen betreffende te ontraden gebruik dat, naar uit ervaring is gebleken, van de machine kan worden gemaakt;
  • instructies voor de montage, installatie en aansluiting van de machine, met inbegrip van tekeningen, schema's en de bevestigingsmiddelen, en aanduiding van het chassis of de installatie waarop de machine moet worden gemonteerd;
  • instructies voor een zodanige installatie en montage dat het geluid en de trillingen worden beperkt;
  • instructies voor de inbedrijfstelling en het gebruik van de machine en zo nodig instructies voor de opleiding van de bedieners;
  • informatie over de restrisico's die, ondanks de geïntegreerde veiligheid bij het ontwerp van de machine en de genomen beschermingsmaatregelen en bijkomende voorzieningen, blijven bestaan;
  • instructies inzake de door de gebruiker te nemen beschermende maatregelen, waaronder, in voorkomend geval, de te voorziene persoonlijke-beschermingsuitrusting;
  • de essentiële kenmerken van de gereedschappen die op de machine kunnen worden gemonteerd;
  • de voorwaarden waaronder de machines voldoen aan de stabiliteitseis tijdens gebruik, vervoer, montage en demontage, alsmede wanneer zij buiten bedrijf zijn, tijdens beproevingen en bij voorzienbare storingen;
  • instructies met het oog op een veilig vervoer, verplaatsen en opslaan, met vermelding van de massa van de machine en van de verschillende delen ervan, indien zij regelmatig afzonderlijk moeten worden vervoerd;
  • de te volgen werkwijze bij ongevallen of storingen; indien blokkering kan optreden, de werkwijze volgens welke de blokkering zonder risico kan worden verholpen;
  • de beschrijving van de afstellings- en onderhoudswerkzaamheden die de gebruiker moet verrichten alsook de in acht te nemen voorkomingsmaatregelen;
  • instructies met het oog op een veilig afstellen en onderhoud, met inbegrip van de daarbij te nemen beschermingsmaatregelen;
  • specificaties betreffende de te gebruiken vervangingsonderdelen, indien deze van invloed zijn op de gezondheid en de veiligheid van de bedieners;



De volgende informatie over de emissie van luchtgeluid:

  • de A-gewogen geluidsemissiedruk op de werkplekken, voorzover deze hoger is dan 70 dB(A); als het niveau lager of gelijk is aan 70 dB(A), dan moet dit worden vermeld,
  • de maximale waarde van de C-gewogen momentane geluidsemissiedruk op de werkplekken, wanneer deze meer dan 63 Pa bedraagt (130 dB ten opzichte van 20 μPa),
  • het A-gewogen niveau van het door de machine uitgestraalde geluidsvermogen, indien het niveau van de A-gewogen geluidsemissiedruk op de werkplekken hoger is dan 80 dB(A). Deze waarden worden hetzij voor de betrokken machine reëel gemeten, hetzij vastgesteld uitgaande van metingen bij een technisch vergelijkbare machine die representatief is voor de te fabriceren machine.



Indien de machine niet-ioniserende straling kan uitzenden die gevaarlijk kan zijn voor personen, in het bijzonder personen met actieve of niet-actieve implanteerbare medische hulpmiddelen, informatie over de hoeveelheid uitgezonden straling waaraan de bediener en eventuele andere personen zijn blootgesteld.




Bijlage VII: Technisch dossier voor machines/niet-voltooide machines

Het technische dossier moet aantonen dat de machine in overeenstemming is met de eisen van de richtlijn. Voorzover dat voor deze beoordeling nodig is, moet het technische dossier ook inzicht verschaffen in het ontwerp, de fabricage en de werking van de machine. Dit technische dossier moet worden opgesteld in één of meer van de officiële Gemeenschapstalen, met uitzondering van de gebruiksaanwijzing van de machine (zie 1.7.4.1 Bijlage I).


Het technische dossier voor machines bevat de volgende elementen:

a) een constructiedossier bestaande uit:

  • - een algemene beschrijving van de machine;
  • - het overzichtsplan van de machine, en de tekeningen van de besturingsschakelingen alsmede ter zake dienende beschrijvingen en toelichtingen om de werking van de machine te kunnen begrijpen;

gedetailleerde en volledige tekeningen, eventueel aangevuld met berekeningen, testresultaten, verklaringen enz., aan de hand waarvan kan worden nagegaan of de machine aan de essentiële gezondheids- en veiligheidseisen voldoet;

de documentatie over de risicobeoordeling waaruit de gevolgde procedure blijkt, met inbegrip van de volgende gegevens:

  • - een lijst van de essentiële gezondheids- en veiligheidseisen die op de betrokken machine van toepassing zijn,
  • - de beschrijving van de beschermende maatregelen die zijn toegepast om vastgestelde gevaren weg te nemen of onderkende risico's te verminderen en, in voorkomend geval, informatie over de restrisico's in verband met de machine;
  • - normen en overige toegepaste technische specificaties, met opgave van de essentiële gezondheids- en veiligheidseisen die daaronder vallen;
  • technische verslagen waarin de uitkomsten van de proeven zijn opgenomen die door de fabrikant dan wel door een door hem of zijn gemachtigde gekozen bevoegde instantie zijn verricht;
  • - een exemplaar van de gebruiksaanwijzing van de machine;
  • in voorkomend geval, de inbouwverklaring en de instructies voor inbouw betreffende zo ingebouwde niet voltooide machines;
  • - in voorkomend geval, afschriften van de EG-verklaring van overeenstemming van de machine of van overige in de machine ingebouwde producten;
  • een afschrift van de EG-verklaring van overeenstemming;


b) in geval van serieproductie, de interne bepalingen die zullen worden toegepast ter waarborging dat de machines in overeenstemming blijven met de bepalingen van deze richtlijn.


Voor niet-voltooide machines is lichtelijk afwijkend:
a) een constructiedossier bestaande uit:
- het overzichtsplan van de niet voltooide machine, alsmede de tekeningen van de besturingsschakelingen,
- gedetailleerde en volledige tekeningen, eventueel aangevuld met berekeningen, testresultaten, certificaten enz., aan de hand waarvan kan worden nagegaan of de niet voltooide machine aan de toegepaste essentiële gezondheids- en veiligheidseisen voldoet,
- de documentatie over de risicobeoordeling waaruit de gevolgde procedure blijkt, met inbegrip van de volgende gegevens:
- de essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van deze richtlijn die van toepassing en vervuld zijn,
- de beschrijving van de beschermende maatregelen die zijn toegepast om vastgestelde gevaren weg te nemen of onderkende risico's te verminderen en, in voorkomend geval, informatie over de restrisico's,
- de normen en overige toegepaste technische specificaties die zijn toegepast, met opgave van de essentiële gezondheids- en veiligheidseisen die daaronder vallen,
- technische verslagen met de resultaten van de proeven die door de fabrikant dan wel een door hem of zijn gemachtigde gekozen bevoegde instantie zijn verricht,
- kopie van de montagehandleiding van de niet voltooide machine;

b) in geval van serieproductie, de interne bepalingen die worden toegepast om de overeenstemming van de niet voltooide machine met de toepasselijke essentiële gezondheids- en veiligheidseisen te handhaven.



Voor beide machines en niet-voltooide machines gelden tevens de volgende regels omtrent het constructiedossier:

Het technische dossier moet ten minste tot tien jaar na de bouwdatum van de machine of, bij serieproductie, van de laatst geproduceerde eenheid daarvan, ter beschikking blijven van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten.

Het technische dossier hoeft zich niet op het grondgebied van de Gemeenschap te bevinden en hoeft ook niet permanent in materiële vorm voorhanden te zijn. Wel moeten de onderdelen van het dossier door de in de EG-verklaring van overeenstemming aangewezen persoon binnen een tijd die met de complexiteit ervan overeenkomt, kunnen worden bijeengebracht en beschikbaar gesteld.

Het technische dossier behoeft geen gedetailleerde tekeningen of andere specifieke informatie over de voor de fabricage van de machines gebruikte onderdelen te bevatten, behalve indien kennis daarvan voor de controle van de overeenstemming met de essentiële gezondheids- en veiligheidseisen onontbeerlijk is.

Procedures voor de overeenstemmingsbeoordeling van machines (artikel 12) en niet-voltooide machines (artikel 13)

Procedures voor de overeenstemmingsbeoordeling van machines
Met het oog op certificatie van overeenstemming van een machine met de bepalingen van deze richtlijn, past de fabrikant of diens gemachtigde een van de in de leden 2, 3 en 4 beschreven procedures voor de beoordeling van de overeenstemming toe.

Wanneer de machine niet in bijlage IV wordt genoemd, past de fabrikant of diens gemachtigde de in bijlage VIII bedoelde overeenstemmingsbeoordelingsprocedure met interne controle van de productie van machines toe.

Wanneer de machine in bijlage IV wordt genoemd en de machine overeenkomstig de in artikel 7, lid 2, bedoelde, geharmoniseerde normen is gebouwd, past de fabrikant of diens gemachtigde, op voorwaarde dat de geharmoniseerde normen alle relevante essentiële gezondheidsen veiligheidseisen dekken, een van de volgende procedures toe:
de in bijlage VIII bedoelde procedure voor overeenstemmingsbeoordeling met interne controle van de productie van machines;

  • - de in bijlage IX omschreven procedure voor het EG-typeonderzoek, plus de interne controle van de productie van machines bedoeld in punt 3 van bijlage VIII;
  • - de in bijlage X omschreven procedure voor volledige kwaliteitsborging.


Wanneer de machine in bijlage IV wordt genoemd en de machine niet of slechts gedeeltelijk overeenkomstig de in artikel 7, lid 2, bedoelde, geharmoniseerde normen is gebouwd, dan wel wanneer de geharmoniseerde normen niet alle relevante essentiële gezondheids- en veiligheidseisen dekken of er voor de machine in kwestie geen geharmoniseerde normen bestaan, past de fabrikant of diens gemachtigde een van de volgende procedures toe:

  • - de in bijlage IX omschreven procedure voor het EG-typeonderzoek, plus de interne controle van de productie van machines bedoeld in punt 3 van bijlage VIII;
  • - de in bijlage X omschreven procedure voor volledige kwaliteitsborging.




Procedure voor niet voltooide machines
De fabrikant of diens gemachtigde moet, alvorens een niet voltooide machine in de handel te brengen, zich ervan vergewissen dat:
de relevante technische documenten zoals beschreven in bijlage VII, deel B, worden opgesteld;

  • - de montagehandleiding zoals beschreven in bijlage VI wordt opgesteld;
  • - een inbouwverklaring zoals beschreven in bijlage II, deel 1, onder B, is opgesteld.


De montagehandleiding en de inbouwverklaring moeten bij de niet voltooide machine zijn gevoegd totdat de inbouw is geschied, en vervolgens deel uitmaken van het technische dossier van de afgewerkte machine.

Bent U op zoek naar handige, bewerkbare documenten of producten?



Auteur: dr. Rick Elbersen