Dakinstortingen vormen sinds enkele jaren zowel in ons land als in andere landen een groot probleem.
Onderzoek VROM Naar aanleiding van Nederlandse dakinstortingen stelde het ministerie van VROM in 2004 een onderzoek in naar de veiligheid van dakconstructies bij voor het publiek toegankelijke gebouwen met platte daken. Door dit onderzoek kwam aan het licht dat bij circa 6000 gebouwen in Nederland de dakconstructie aanleiding kon geven tot wateraccumulatie: de vorming van mogelijk gevaarlijke plassen water op het dak. Uit nader onderzoek bij 1500 daken bleek dat bij ongeveer de helft van de mogelijk gevaarlijke daken daadwerkelijk van instortingsgevaar kon worden gesproken.
Er werd tevens onderzocht waarom de bestaande regelgeving er niet toe had geleid dat dakconstructies in het algemeen volkomen veilig zijn. Daarbij werd vastgesteld dat de regels voor het berekenen van de veiligheid van dakconstructies niet voldoende duidelijk waren. Naar aanleiding van deze conclusie is de regelgeving in verband met de veiligheid van dakconstructies inmiddels verbeterd en uitgebreid.
Wateraccumulatie De directe oorzaak van een dakinstorting is vaak sterke wateraccumulatie, de vorming op het dak van zulke grote plassen water dat de dakconstructie het begeeft. Wateraccumulatie blijkt met name te kunnen optreden bij lichte metalen platte daken. Als zich bij dit type dakconstructie door sterke regenval en falende waterafvoer water verzamelt op een laaggelegen plek op het dak kan dit tot gevolg hebben dat het dak daar doorbuigt. Daardoor stroomt nog meer water naar die plaats en buigt het dak nog verder door. Dit kan er tenslotte toe leiden dat de dakconstructie onder de toegenomen belasting bezwijkt.
In het verleden werd het fenomeen wateraccumulatie niet onderkend, met als gevolg dat veel dakconstructies er thans niet op berekend zijn. Inmiddels is bekend welke aspecten van de dakconstructie in verband met mogelijke wateraccumulatie extra aandacht vereisen.
Onduidelijk is nog of er ook andere onvoorziene factoren bestaan waardoor daken kunnen instorten. Eind 2005 zijn in Nederland verschillende daken ingestort door sterke neerslag van afwisselend regen en sneeuw. Mogelijk kan de combinatie van wateraccumulatie en sneeuwval extra risico's veroorzaken. Er kunnen altijd onbekende factoren een rol spelen en daarom is het zinvol om bij het ontwerpen van dakconstructies extra veiligheid in te calculeren.
Dakconstructie en veiligheid Aangezien het fenomeen wateraccumulatie inmiddels bekend is kan bij het ontwerpen van nieuwe dakconstructies met deze factor thans goed rekening worden gehouden. Ook kan bij bestaande dakconstructies door aanpassingen het risico van instorting door wateraccumulatie tot nihil worden teruggebracht.
In verband met het mogelijk optreden van wateraccumulatie speelt de stijfheid van de dakconstructie een essentiële rol. Als de dakconstructie een hoge stijfheid heeft zal ook bij falende waterafvoer geen doorbuiging en dus ook geen wateraccumulatie optreden. Bij lichte metalen dakconstructies kan de stijfheid van het dak gemakkelijk te gering zijn, reden waarom dit aspect bij het ontwerpen van dergelijke daken extra aandacht moet hebben. Als de dakconstructie hoewel in principe sterk genoeg niet optimaal stijf is kan bij verstopping van de waterafvoer doorbuiging en wateraccumulatie optreden waardoor de belasting extreem hoog kan worden.
Een ander belangrijk aspect van de dakconstructie is de waterafvoer. Deze dient ruime capaciteit te hebben en niet gemakkelijk verstopt te raken door bijvoorbeeld aangewaaide boombladeren. Verder is ter voorkoming van wateraccumulatie van belang dat het dak voldoende afschot heeft. Om het hemelwater vlot te laten weglopen wordt een afschot van tenminste 1,5 procent aanbevolen.
Noodafvoeren en spuwers Omdat er altijd een kans is dat de reguliere afvoeren verstopt raken moeten altijd ook noodafvoeren aanwezig zijn. Indien de noodafvoeren op de juiste manier onderdeel vormen van de dakconstructie kan eventuele wateraccumulatie nooit een gevaarlijke omvang bereiken. Met name is van belang dat de noodafvoeren zodanig zijn gepositioneerd dat ze onmogelijk verstopt kunnen raken.
Er kunnen verschillende typen noodafvoeren worden toegepast. Bekend zijn de zogenoemde brievenbussen, langwerpige openingen in de dakranden. Ook kan voor noodafvoer de dakrand plaatselijk verlaagd zijn. De noodafvoeren moeten bij voorkeur het water niet via leidingen maar direct naar de open ruimte afvoeren, aangezien bij een leidingen-systeem altijd verstoppingsrisico bestaat.
De noodafvoeren vormen een essentieel onderdeel van de dakconstructie en zijn van vitaal belang voor de veiligheid. Er moeten niet alleen voldoende noodafvoeren zijn, ook moeten deze juist zijn gepositioneerd en onder alle omstandigheden goed functioneren.
Verder kunnen zogenoemde spuwers in de dakconstructie zijn opgenomen. Deze zijn echter niet verplicht. Ze hebben een waarschuwende functie en treden evenals de noodafvoeren in werking als de reguliere afvoeren niet goed werken.
Aanpassing regelgeving Inmiddels is over het risico van dakinstorting door wateraccumulatie veel duidelijkheid bereikt. Ook zijn al veel bestaande dakconstructies gecontroleerd en naar aanleiding daarvan indien nodig aangepast.
Alle bouwwerken in Nederland moeten wat onder meer de veiligheid betreft voldoen aan het Bouwbesluit. Voor complexe gebouw-eisen verwijst het Bouwbesluit naar NEN-normen en Nederlandse Praktijkrichtlijnen (NPR-en), die worden opgesteld door het Nederlands Normalisatie Instituut. Voor de veiligheid van dakconstructies in verband met regenwater wordt NEN 6702 toegepast. De toegenomen kennis over wateraccumulatie heeft inmiddels geleid tot een wijzigingsblad voor NEN 6702 en een praktijkrichtlijn, namelijk NPR 6703.
Op basis van de aangepaste regelgeving kan voor elke dakconstructie thans heel goed worden berekend of en in welke mate instortingsgevaar door wateraccumulatie aanwezig is. Onder meer wordt in de berekening veel belang toegekend aan de positionering van de noodafvoeren. Dankzij de verbeterde regelgeving zullen dakinstortingen in Nederland hopelijk spoedig geheel tot het verleden behoren.