Ook bij geaarde apparaten en toestellen bestaat de inspectie uit een visuele inspectie,een aantal metingen en een functionele controle.
Visuele controle De nieuwe NEN3140 noemt 11 punten die in de visuele controle meegenomen moeten worden:
1: is de mechanische toestand in orde, rekening houdend met vocht vuil en corrosie
2: zijn de beschermings-, vereffenings-, en aardleidingen niet onderbroken
3: hulpmiddelen, bedieningsorganen, magneetschakelaars, schakelaars en waarschuwingsborden moeten in orde zijn
4: aansluitleidingen of verplaatsbare leidingen mogen niet beschadigd of ondeugdelijk zijn gerepareerd
5: elektrische arbeidsmiddelen moeten bereikbaar zijn voor bediening, onderhoud en inspectie
6: elektrische arbeidsmiddelen mogen geen tekenen vertonen die wijzen op een te hoge temperatuur
7: beveiligingstoestellen moeten juist zijn gekozen en correct zijn afgesteld en periodiek worden gekeurd volgens de aanwijzingen van de fabrikant
8: het arbeidsmiddel moet voldoende trekontlasting hebben en de leidingen moeten juist zijn uitgevoerd
9: contactstoppen en koppelcontactstoppen zijn niet beschadigd
10:het elektrische arbeidsmiddel mag geen mechanische en elektrische aanpassing ondergaan zijn, specifiek de veiligheidsketen
11:het arbeidsmiddel wordt toegepast overeenkomstig het ontwerp
Metingen
- Beschermleiding, zie tabel, deze mag een maximale waarde hebben van bijvoorbeeld bij een snoerlengte van maximaal 5 meter en een aderdikte van maximaal 2,5 mm kwadraat, 0,3 Ohm
- Isolatieweerstand, deze moet groter zijn dan 1 MOhm
- Reële lekstroom, maximaal 1mA, mag ook vervangen worden door de vervangende lekstroom eveneens met een maximale waarde van 1mA
Functionele controle
Test of het apparaat functioneert, alle veiligheidsfuncties werken e.d.