De vraag is nog te vaag om echt uitspraken te doen. Ik denk dat het belangrijke
punt is of delen van de machine in aanraking komen met het diervoedsel dat
uiteindelijk wordt verkocht. Is dat niet het geval, dan valt het product alleen
onder de machine richtlijn. Het voedsel wordt niet geconsumeerd. Dit betekent
niet dat de eisen voor de voedselbereiding helemaal losgelaten kunnen worden.
Uiteindelijk wordt om de X tijd een monster genomen. Als er vervuilde resten van
een eerdere monsters in het systeem blijven, dan loop je gevaar verkeerde
meetresultaten te krijgen. Dus de machine moet ook dan goed te reinigen zijn.
Als bij het nemen van monsters wel het te consumeren voedsel wordt geraakt, dan
is het probleem groter. Je moet er zeker van zijn dat je geen verontreinigheden
in het te consumeren voedsel brengt. Allen is de vraag of onder voedsel ook
diervoedse moet worden verstaan. Ik heb gezocht maar kan nergens vinden dat
diervoeding ook onder het begrip voeding in de machinerichtlijn valt. Ik ben
daar dus niet zeker van. Maar het is belangrijk dat ook diervoeding voldoet aan
een bepaalde standaard qua hygiëne. Het volgen van de eisen die worden gesteld
aan machines voor de bereiding van voedsel voor mensen lijkt me daarom wel
gewenst. Mogelijk kan je wel op sommige punten met wat mindere (dus goedkopere)
oplossingen accoord gaan.
Ik heb de eisen uit de richtlijn nog even voor je op een rij gezet.
2.1. Machines voor agrolevensmiddelen
Indien de machine bestemd is voor bereiding of bewerking van levensmiddelen
(bijvoorbeeld koken, koelen, op temperatuur brengen, wassen, manipuleren,
verpakken, opslag, vervoer, verdeling),
dient deze zodanig te zijn ontworpen en gebouwd dat infectie-, ziekte- en
besmettingsgevaar worden voorkomen, en moeten de volgende hygiënische
voorschriften in acht worden genomen:
a) de materialen die in contact komen of kunnen komen met levensmiddelen, moeten
voldoen aan de desbetreffende richtlijnen. De machine moet zodanig zijn
ontworpen en gebouwd dat deze
materialen vóór elk gebruik schoon kunnen zijn;
b) alle oppervlakken en verbindingen daartussen moeten glad zijn; zij mogen geen
groeven of spleten bevatten waar zich organisch materiaal kan ophopen;
c) de montage van de delen moet zodanig zijn ontworpen dat uitstekende delen,
randen, kanten en hoeken zoveel mogelijk worden vermeden. De verbindingen moeten
bij voorkeur bestaan uit
volle las- of lijmnaden;
d) alle oppervlakken die met levensmiddelen in aanraking komen, moeten
gemakkelijk gereinigd en gedesinfecteerd kunnen worden, eventueel na
verwijdering van eenvoudig te demonteren delen.
Oppervlakken aan de binnenkant moeten verbonden zijn met rondingen die voldoende
wijd zijn om een volledige reiniging mogelijk te maken;
e) uit levensmiddelen afkomstige vloeistoffen, alsmede reinigings-,
ontsmettings- en spoelmiddelen moeten zonder belemmeringen kunnen worden
afgevoerd (eventueel in een stand "reiniging");
f) de machine moet zo zijn ontworpen en gebouwd dat iedere infiltratie van
vloeistof, ophoping van organische stoffen of binnendringen van levende wezens,
met name van insecten, in zones die
niet gereinigd kunnen worden, wordt vermeden (bijvoorbeeld voor een machine die
niet op poten of op wielen staat, door het aanbrengen van een waterdichte voeg
tussen de machine en het
voetstuk, gebruik van waterdichte verbindingen enz.);
g) de machine moet zo zijn ontworpen en gebouwd dat hulpproducten (bijvoorbeeld
smeermiddelen) niet in contact kunnen komen met levensmiddelen. In voorkomend
geval moet de machine zo
zijn ontworpen en gebouwd dat kan worden gecontroleerd of constant aan deze eis
wordt voldaan.
Gebruiksaanwijzing
Behalve de in punt 1 gevraagde gegevens moet de gebruiksaanwijzing ook
aanbevolen schoonmaak-, desinfecterings- en spoelmiddelen en -methoden vermelden
(niet alleen voor de gemakkelijk
bereikbare delen, maar ook voor de gevallen waarin reiniging ter plaatse nodig
is van delen waar men niet of beter niet bij kan komen, bijvoorbeeld
buisleidingen).
Hopelijk kom je zo wat verder. Heb je nog vragen, dan hoor ik het graag.