/ Home / Risicovolle werkzaamheden en - ruimten / Risicovolle werkzaamheden / Veilig gebruik van klimmaterieel / Artikelen  

Inleiding klimmaterieel

Onder draagbaar klimmaterieel wordt verstaan; fabrieksmatig gemaakte ladders en trappen uitgevoerd in metaal, hout of kunststof.

Een ladder
Draagbaar klimmaterieel bestaande uit stijlen, sporten en beslag.

Een trap
Draagbaar klimmaterieel met een vaste lengte, bestaande uit bomen, treden en beslag en eventueel een platform.


De minimale eisen waaraan ladders en trappen moeten voldoen zijn vastgelegd in het Besluit draagbaar klimmaterieel, dit besluit is gebaseerd op de Warenwet en is van toepassing op alle ladders en trappen die in ons land in de handel worden gebracht. Het betreft zowel ladders en trappen die gebruikt worden tijdens het werk maar ook ladders en trappen die in de privé sfeer worden gebruikt. Ladders en trappen die door meerdere personen gelijktijdig worden gebruikt dienen een even hoge mate van veiligheid te bieden.


EN 131
De norm EN 131: "Draagbaar klimmaterieel, ladders en trappen" beschrijft de eisen aan de constructie van draagbaar klimmaterieel, het onderhoud, het gebruik en de beproevingen. In deze norm betreft het ladders die bestemd zijn voor één persoon. Alle tijdens het werk gebruikte ladders moeten voldoen aan deze norm. Ook het besluit draagbaar ook wel Warenwet is in dit verband van belang. Met name de bijlagen van dit besluit hebben betrekking op inspectie en onderhoud.


Metalen draagbaar klimmaterieel mag niet binnen een afstand van 2,5 m van ongeïsoleerde onder spanning staande elektrische delen van laagspanningsinstallaties en -netten worden opgesteld. Voor werkzaamheden nabij delen van hoogspanningsinstallaties gelden andere afstanden.

Bij windkracht 6 of meer mag buitenshuis geen draagbaar klimmaterieel worden gebruikt, tenzij maatregelen zijn genomen om omwaaien van het materieel te verhinderen.

Draagbaar klimmaterieel mag, om oneigenlijk gebruik (door bijvoorbeeld kinderen) te voorkomen, niet onbeheerd in gebruiksstand worden achtergelaten.

Draagbaar klimmaterieel moet altijd worden beklommen met het gezicht naar het klimmaterieel.

Draagbaar klimmaterieel mag uitsluitend worden beklommen, indien ten minste één hand beschikbaar is om vast te houden.

Draagbaar klimmaterieel zonder platform mag niet hoger worden beklommen dan tot op de vierde standplaats van bovenaf; de vrijstaande driedelige reformladder mag slechts tot het scharnierpunt worden beklommen.

Bij het gebruik van draagbaar klimmaterieel mogen geen slippers, schoenen met hoge hak of klompschoenen worden gebruikt, en evenmin schoeisel met gladde, vervuilde of loshangende zolen.

Tijdens het verrichten van werkzaamheden moet altijd met beide voeten op sport, trede of platform worden gestaan.

Bij draagbaar klimmaterieel mag niet te ver opzij worden geleund.

Draagbaar klimmaterieel mag niet worden verplaatst terwijl erop wordt gestaan.

Niet-vrijstaand draagbaar klimmaterieel mag ten hoogste door 1 persoon tegelijk worden beklommen; beklimbare delen van vrijstaand draagbaar klimmaterieel mogen elk ten hoogste door 1 persoon tegelijk worden beklommen.

Draagbaar klimmaterieel van hout moet zo zijn opgesteld, dat tijdens de beklimming de borgpennen van de sporten voor de beklimmer zichtbaar zijn.



Auteur: Rene Bak, Hijs- en Hefconsult