Handleiding voor het opstellen van een bedrijfsnoodplan handleiding
De doelgroep van deze beknopte handleiding voor het opstellen van een bedrijfsnoodplan bestaat uit kleinere ondernemingen die niet in de 'zware risicogroepen' vallen.
Inleiding Onder een ramp/calamiteit verstaat men een acute bedreiging van een relatief groot aantal personen. Een dergelijke bedreiging kan ontstaan o.a. door:
- een plotseling optredende grote brand;
- een explosie;
- instorten van een gebouw (bijvoorbeeld bij storm);
- een giftige gaswolk (bijvoorbeeld rookontwikkeling bij brand).
Het zijn situaties die door de ter plaatse aanwezigen niet meer kunnen worden beheerst.
Bij calamiteiten is het niet voldoende dat men over voldoende blusmiddelen en/of andere hulpmiddelen beschikt, het is eveneens van belang dat de bestrijding vooraf zo goed mogelijk wordt georganiseerd door middel van een plan.
Melding en ontruiming Er dient te worden gezorgd dat een calamiteit snel kan worden gemeld.
Indien geen automatisch werkend meldingssysteem aanwezig is, verdient regelmatige controle in de gebouwen aanbeveling. Zorg dat een of meer personen hiervoor worden aangewezen.
Veel aandacht verdient het instrueren van het (vaste) personeel. Het personeel dient op de hoogte te zijn van de plaats en/of persoon waar calamiteiten moeten worden gemeld.
De procedure van de melding dient men goed vast te leggen zoals:
- waar/bij wie een calamiteit gemeld moet worden;
- wie neemt actie tot het ontruimen;
- wie heeft de taak om de brandweer te waarschuwen;
- waar worden de eigen EHBO'ers ingezet;
- wie waarschuwt de bedrijfsleiding.
Het plan dient te voorzien in een zo snel mogelijke ontruiming van het pand en/of afdeling. Tevens dient een aantal personen te zijn belast met het onmiddellijk helpen van gewonden.
Het vooraf aanwijzen van functionarissen met specifieke taken is noodzakelijk voor een goed verloop, evenals het regelmatig (tenminste één keer per jaar) oefenen van het noodplan.
Vluchtwegen Aangezien het redden van mensen het hoofddoel is van het bedrijfsnoodplan moet er veel aandacht aan vluchtwegen worden besteed. Vluchtwegen, nooduitgangen, vluchttrappen en vluchtladders dienen goed te worden aangeduid en mogen nimmer zijn versperd. Een duidelijke markering en een goede verlichting is hierbij noodzakelijk. Verder dienen ze te zijn voorzien van anti-slipmateriaal. Vluchtladders dienen verder te zijn voorzien van een voldoende ruime veiligheidskooi. 's Winters dient men, waar nodig, alles sneeuw- en ijsvrij te houden.
Een goede noodverlichting van de vluchtwegen is aan te bevelen. Een automati-sche noodverlichting kan vereist zijn, bijvoorbeeld op indicatie van verzekering of brandweer. Deze dient regelmatig te worden beproefd.
Deuren van nooduitgangen dienen te zijn voorzien van een sluiting die te allen tijde van binnen uit zonder sleutel kan worden geopend. Rookwerende en zelfsluitende branddeuren moeten periodiek op hun zelfsluitende werking worden gecontroleerd.
Het is aan te bevelen alle noodvoorzieningen overzichtelijk op te stellen (b.v. plaats waar blusmateriaal aanwezig is, EHBO-voorzieningen e.d.). Een goed overzicht van de hoofdafsluiters van gas en elektriciteit is van groot belang. Deze dient men bij calamiteiten af te sluiten.
Men dient zorg te dragen voor een effectief communicatiesysteem. Naast telefoon en brand-melders kan bij de bestrijding behoefte bestaan aan portofoons en megafoons. Dit geldt vooral voor bedrijven met eigen bedrijfsbrandweer en reddingsploegen.
Contacten met de plaatselijke brandweer De voorkeur gaat uit naar een bedrijfsnoodplan dat samengesteld is in samen-werking met de plaatselijke brandweer. Hierbij moet onder meer worden afgesproken wie wat doet in geval van een gezamenlijke actie.
Het bedrijfsnoodplan dient schriftelijk te zijn vastgesteld door de werkgever ondertekende. Het dient zowel mondeling als schriftelijk te worden gepresenteerd aan alle personeelsleden (ook parttimers, losse krachten et cetera). Men dient het plan tenminste 1 x per jaar te oefenen.