Dit zijn handelingen die zijn bedoeld om de elektrische toestand van een elektrische installatie te wijzigen. Dit kan zowel ter plekke als op afstand worden uitgevoerd. Bij deze handelingen moet gebruik gemaakt worden van geschikt gereedschap en moeten de handelingen in de vorm van bedrijfsinstructies zijn goedgekeurd door de Installatieverantwoordelijke.
Er zijn twee soorten bedieningshandelingen:
Bedieningshandelingen bedoeld om de elektrische toestand van een elektrische installatie te wijzigingen, om (elektrisch) materieel te gebruiken, om materieel dat is ontworpen om zonder risico te worden gebruikt aan te sluiten of los te nemen, aan of uit te zetten, voor zover dit mogelijk is;
Uitschakeling of wederinschakeling van installaties in samenhang met de uitvoering van werkzaamheden.
Complexe en eenvoudige installaties
Bedieningshandelingen in overzichtelijke installaties, waarbij elektrische gevaren alleen onder bijzondere omstandigheden aanwezig zijn, mogen worden uitgevoerd door vakbekwame of voldoend onderrichte personen. Betreft het een complexe installatie, waarbij de bediening wordt gecoordineerd vanuit één punt, dan mag dit uitgevoerd worden door een bedieningsdeskundige.