De norm kent een aantal soorten werkzaamheden: * Bedieningswerkzaamheden
* Spanningsloos werken
* Onder spanning werken
* Het werken in de omgeving van onder spanning staande delen
* Het trekken van zekeringen
Werkprocedures Voor alle werkzaamheden moet een plan zijn opgesteld. Alleen de installatieverantwoordelijke mag toestemming geven om met de werkzaamheden te beginnen. Dit geldt ook voor onderbreking of beëindiging van de werkzaamheden, waarbij de werkplek wordt verlaten.
Voor aanvang van de werkzaamheden moet bij de installatieverantwoordelijke een plan zijn ingediend waarin is aangegeven:
De betrokken installatieverantwoordelijke, de werkverantwoordelijke en de ploegleiders;
De betrokken installatiedelen;
De aard van de werkzaamheden en de gevolgen voor de installatie;
De bijzondere kenmerken en gevaren van de installatie.
Hoogspanningskabels Aan onder spanning staande hoogspanningskabels mogen geen andere werkzaamheden worden verricht dan het verleggen van de kabel, mits:
* voor het verleggen toestemming is verkregen door de werkverantwoordelijke;
* de metalen omhullingen en schermen van de kabels niet zijn beschadigd en
* geen verbindingsmof in het te verleggen deel is opgenomen.
Waarschuwingsborden Indien noodzakelijk, moeten er tijdens werkzaamheden of de bedrijfsvoering geschikte waarschuwingsborden worden geplaatst om de aandacht te vestigen op mogelijke gevaren.
Deze waarschuwingsborden moeten - voor zover deze bestaan - voldoen aan desbetreffende Europese of nationale c.q. internationale normen.
Inductie Geleiders of geleidende delen in de nabijheid van onder spanning staande geleiders kunnen elektrisch worden beïnvloed. Als aanvulling op de bepalingen voor het spanningsloos maken en het werken in de omgeving van onder spanning staande delen moet men specifieke voorzorgsmaatregelen treffen bij het werken aan elektrische leidingen die worden beïnvloed door inductie:
Door aarding op passende tussenafstanden om zo de spanning tussen geleiders en aarde tot een veilig niveau terug te brengen;
Door potentiaalvereffening op de werkplek om zo de mogelijkheid te voorkomen dat personeel zich in een inductielus begeeft.
Weersomstandigheden Bij ongunstige weersomstandigheden moeten beperkingen worden opgelegd. Bij werkzaamheden in de open lucht of aan een toestel dat direct is verbonden met een dergelijke installatie moet men bij het zien van bliksem of het horen van donder of wanneer een onweersbui nadert de werkzaamheden onmiddellijk staken. Dit moet men meedelen aan de installatieverantwoordelijke.