Personen die aan en in de omgeving van elektrische installaties werken moeten worden aangewezen door of namens de hoogst verantwoordelijke in de organisatie voor de naleving van de Arbowet of de Mijnwetgeving, zie bepaling 4.2.101. NEN 3840.
Voordat personen schriftelijk kunnen worden aangewezen moet het volgende worden nagegaan:
Heeft de aan te wijzen persoon voldoende kennis van elektriciteit.
Heeft de aan te wijzen persoon voldoende ervaring met elektrotechnische werkzaamheden?
Heeft de aan te wijzen persoon voldoende inzicht in de installatie, waarvoor hij als installatieverantwoordelijke zal worden aangewezen.
Heeft de als werkverantwoordelijke, als ploegleider of als vakbekwaam persoon aan te wijzen persoon voldoende inzicht in de installatie waaraan gewerkt moet worden en praktische ervaring met die werkzaamheden
Heeft de aan te wijzen persoon voldoende inzicht in de mogelijke gevaren die op kunnen treden tijdens de werkzaamheden of de in acht te nemen voorzorgsmaatregelen?
Heeft de aan te wijzen persoon voldoende vaardigheid om te allen tijde te onderkennen of het veilig is om de werkzaamheden voort te zetten?
Bezit de aan te wijzen persoon voldoende leidinggevende capaciteiten?
Kan de aan te wijzen persoon beschikken over voldoende en juiste gereedschappen, hulpmiddelen en (persoonlijke) beschermingsmiddelen?
Kan de verantwoordelijkheid van de aan te wijzen persoon door een ander, niet ter zake deskundig, persoon worden overruled?
Is er een procedure voor het periodiek instrueren van de aan te wijzen personen?
Voldoend onderricht persoon
Voordat een persoon aangewezen kan worden als Voldoend onderricht persoon moet het volgende worden nagegaan:
Welke met name genoemde werkzaamheden mag de aan te wijzen persoon uitvoeren?
In welke installaties of delen van installaties mag de aan te wijzen persoon werkzaamheden uitvoeren?
In welke mate mag de aan te wijzen persoon werkzaamheden verrichten?
Zie voor een voorbeeld van een aanwijsbrief: downloads