Om ongevallen te voorkomen met een aantal gevaarlijke stoffen moet een nood- en oogdouche aanwezig zijn. De belangrijke aspecten zijn:
* de bereikbaarheid van oog- en nooddouche;
* aangesloten op het waterleidingnet;
* capaciteit minimaal 80 liter per minuut;
* eenvoudig te bedienen, etc.
Wanneer is een nooddouche verplicht? Een nood- en oogdouche moet aanwezig zijn in ruimten waar gewerkt wordt met stoffen die voldoen aan de criteria voor indeling in één of meer van de categorieën "ontplofbaar", "zeer licht ontvlambaar", "licht ontvlambaar", "ontvlambaar", "vergiftig", "zeer vergiftig", "bijtend" en "sensibiliserend", bedoeld in artikel 34 van de Wet milieugevaarlijke stoffen, of stoffen die door verhoogde temperatuur, door hun reactiviteit met water waarbij brandbare gassen worden ontwikkeld, of door zelfontbranding gevaar voor brand of explosie kunnen opleveren, zijn een nood- en oogdouche aanwezig die te allen tijde goed bereikbaar zijn. Daarbij wordt het volgende in acht genomen:
* De nooddouche is aangesloten op het waterleidingnet.
* De capaciteit van de nooddouche bedraagt minimaal 80 l/min.
Voor oogdouches geldt dat de oogspoelvoorziening doelmatig moet zijn en dat, afhankelijk van de situatie gebruik kan worden gemaakt van een op de waterleiding aangesloten oogdouche of van een oogspoelfles. In het algemeen is een oogspoelvoorziening doelmatig indien:
* deze voldoende snel bereikbaar is in geval van een ongeval,
* deze eenvoudig bedienbaar is,
* zo nodig beide ogen voldoende lang gespoeld kunnen worden,
* de ogen zodanig kunnen worden gespoeld dat deze wel snel worden gereinigd, maar niet worden beschadigd.
ANSI Z 358.1. Deze Amerikaanse norm: "Emergency Eyewash and Shower Equipment is een vaak aangehaalde norm in Europa.