Afhankelijk van de complexiteit van de organisatie, de aard van de werkzaamheden, etc. moet men voorschriften opstellen over VGM-gedrag en de uitvoering van werkzaamheden. In bepaalde gevallen moet er ook een projectveiligheidsplan aanwezig zijn.
Voor aanvang van de werkzaamheden moet men werknemers, inclusief derden uitvoerig informeren over de regels en voorschriften van de eigen werkgever en opdrachtgever over de uit te voeren werkzaamheden en de VGM aspecten. In bepaalde gevallen moet men bij deze voorlichting ook de onderaannemers betrekken. In ieder geval moeten hierover afspraken gemaakt zijn.
Controlepunten:
1. Zijn er duidelijke afspraken over VGM-gedrag en uitvoering van werkzaamheden. Deze dienen schriftelijk te zijn vastgelegd en op de werklocatie aanwezig zijn. Dit is alleen van toepassing voor VCA **
2. Werkt het bedrijf met een project of werkplan met daarin VGM-eisen en -maatregelen, zoals een taak risicoanalyse specifieke werken, doelstellingen veiligheid, PBM, introductieprogramma, specifieke opleidingseisen, organisatie van veiligheidsinspecties, VGM-promotieplannen, incidentenrapportage, et cetera.
3. Worden voor de start van het werk of project de specifieke veiligheidsrisico's en de te nemen maatregelen doorgesproken met de opdrachtgever.
4. Worden de eigen en tijdelijke werknemers geïnstrueerd met betrekking tot specifieke regels en voorschriften, die van toepassing zijn op het uit te voeren werk of project.
5. Worden er, indien van toepassing,, start-werkvergaderingen met de onderaannemers gehouden op het gebied van VGM.
6. Zijn er maatregelen genomen m.b.t. het verzamelen, opslaan en afvoeren van afvalstoffen. Worden er voldoende preventieve maatregelen genomen ter voorkoming van milieuschade.
7. Is er een organisatie om om te gaan met noodsituaties. In een noodplan wordt vastgelegd hoe men omgaat bij noodsituaties. Het personeel moet op de hoogte zijn van het plan en men moet dit ook regelmatig oefenen. In ieder geval moeten de volgende punten aan de orde komen: waarschuwings- en alarmeringsprocedures, taken en verantwoordelijkheden van betrokken functies en medische verzorging, organisatie en personele invulling. Daarnaast wordt gekeken of de opleiding van de medewerkers hiervoor toereikend is.
8. Aanwezigheid van EHBO- en brandblusmiddelen op de vestigingen en op projecten of werken waar de opdrachtgever hier niet in voorziet. Eveneens dient aangegeven te zijn wie verantwoordelijk is voor het onderhoud van deze middelen