/ Home / Risicovolle werkzaamheden en - ruimten / Risicovolle werkzaamheden  

Werken aan het spoor

Werken aan of rond het spoor brengt risico’s met zich mee. De belangrijkste risico’s zijn aanrijdrisico en elektrocutierisico. Grofweg kunt u stellen dat voor werkzaamheden op minder dan 5 meter afstand van het spoor en/of bovenleidingen, strikte veiligheidseisen gelden. Dit geldt voor trein, tram en metro.



Arbowet
De Arbowet eist dat werkgevers moeten zorgen voor een veilige werkomgeving. Dat betekent in het geval van werken aan of bij het spoor, dat de werknemer de juiste instructie heeft gehad en moet beschikken over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen en certificaten. De precieze eisen worden beschreven in het Normenkader Veilig Werken en de onderliggende voorschriften en richtlijnen.



Spoorwegwet
In de Spoorwegwet is onder meer de toegang tot het spoorwegterrein geregeld. Zo moet iedereen die het spoorwegterrein wil betreden in bezit zijn van een Bewijs van Toegang of een Digitaal Veiligheidspaspoort (DVP).



Wet lokaal spoor
De wet is een gevolg van het beleid dat provincies en metropoolregio’s verantwoordelijk worden voor de aanleg en het beheer van het regionale railnetwerk en daarmee dus ook voor dat deel van de spoorveiligheid. Het gaat hierbij vooral om tram- en metrovervoer, al gaat de wet ook in op zwaar goederenvervoer.



Normenkader Veilig Werken (NVW)
Om de veiligheid rondom het spoor te verbeteren, heeft Prorail het Normenkader Veilig Werken opgesteld. Het Normenkader is bindend en geldt voor iedereen die werkzaamheden(laat) uitvoeren aan railinfrastructuur die valt onder de Spoorwegwet of de Wet lokaal spoor. De praktische uitwerking is vastgelegd in de onderliggende Voorschriften voor Veilig Werken (VVW’s) en Brancherichtlijnen. Onder de Brancherichtlijnen vallen ook Best practices, maar in tegenstelling tot de Brancherichtlijnen zelf hebben deze geen officiële status.



Praktische tips
Werken aan het bij het spoor brengt aanzienlijke risico’s met zich mee en het is dan ook belangrijk hiervoor de juiste maatregelen te treffen. Start met een Risico-Inventarisatie & Evaluatie (RIE) om in kaar te brengen welke werkzaamheden in de nabijheid van het spoor worden uitgevoerd en waar precies. Werken medewerkers bijvoorbeeld alleen bij reguliere sporen of ook bij de HSL? Hoe dichtbij het spoor zelf komen de medewerkers? Werken ze alleen of in teams? Op basis hiervan kunt u vaststellen welke eisen uit het Normenkader Veilig Werken op uw medewerkers van toepassing zijn en welke acties u moet ondernemen.