De Arbowetgeving verplicht werkgevers tot het zorgen voor goede veiligheid voor personeelsleden bij het werken op daken. Het op een dak creëren van een hoog veiligheidsniveau is echter niet altijd gemakkelijk.
Veilig gebied op dak afbakenen Er wordt wat betreft de veiligheid bij het werken op een dak een onderscheid gemaakt tussen collectieve en persoonlijke voorzieningen. Op de eerste plaats moeten collectieve voorzieningen zoals hekwerken en looppaden de veiligheid op het dak verbeteren. Volgens de Arbowetgeving zijn dergelijke algemene maatregelen, waarmee in één keer een veel betere veiligheid op het dak wordt gerealiseerd, te verkiezen boven persoonlijke valbeveiliging.
Door collectieve voorzieningen kan op het dak een veilig gebied worden afgebakend waar binnen geen verdere veiligheidsmaatregelen nodig zijn. Het veilige gebied bestaat uit het middengedeelte van het dak en het onveilige gebied is een strook van 4 meter breed rondom dit gebied tot aan de dakrand. Als eerste maatregel voor het realiseren van de nodige veiligheid op een dak moet een markering van het veilige gebied worden aangebracht. Dat kan bijvoorbeeld worden gedaan door duidelijke belijning of door het leggen van tegels.
Aan te bevelen is om de veiligheid op het dak verder te verbeteren door het veilige gebied rondom te voorzien van een hekwerk. Als zo= n afscherming aanwezig is dan kan worden volstaan met een afstand van 2 in plaats van 4 meter tussen het veilige gebied en de dakrand. De toegang tot het dak moet zich bij voorkeur in het veilige gebied bevinden. Als de toegang buiten het veilige gebied ligt dan moet er een veilige looproute van de toegang naar het veilige gebied aangelegd worden.
Persoonlijke valbeveiliging Het door collectieve voorzieningen creëren van voldoende veiligheid op een dak is economisch niet altijd haalbaar. Ook kunnen veilige zones niet alle veiligheidsrisico's uitsluiten aangezien er vaak ook noodzakelijk buiten deze zones gewerkt moet worden. Daarom mag de vereiste veiligheid bij kortdurende incidentele werkzaamheden ook door persoonlijke valbeveiliging worden gerealiseerd. Bij langdurige en/of frequente werkzaamheden op het dak zijn echter altijd collectieve voorzieningen voor veiligheid vereist.
Bij een persoonlijk valbeveiligingssysteem is de persoon aangelijnd, dat wil zeggen door middel van een flexibele kabel, vallijn of leeflijn genoemd, verbonden met een bevestiging op het dak. In het onveilige gedeelte van het dak moet de werker altijd aangelijnd zijn.
Voor het verkrijgen van veiligheid door aanlijnen bestaan 2 verschillende systemen: gebiedsbegrenzing en valstop. De beste veiligheid wordt bereikt met gebiedsbegrenzing ofwel positionering. Bij dit systeem wordt de gebruiker door de vallijn tegengehouden vóór hij over de dakrand kan vallen.
Gebiedsbegrenzing is echter niet mogelijk als het werk onvermijdelijk uitgevoerd moet worden op plaatsen met direct valgevaar, zoals bij werkzaamheden bij dakramen, op breekbare daken of aan de waterafvoeren in de dakrand. In dergelijke situaties kan om voor de werker op het dak de vereiste veiligheid tot stand te brengen een valstop-systeem worden toegepast, waarbij men wel kan vallen maar dan tijdens het vallen wordt opgevangen. De valstop-methode biedt minder veiligheid dan gebiedsbegrenzing en moet daarom alleen worden gebruikt als gebiedsbegrenzing niet mogelijk is.
Uitrusting In principe wordt bij gebiedsbegrenzing en valstop dezelfde soort uitrusting gebruikt. Een bij valstop essentieel onderdeel daarvan is de valdemper, een voorziening die tot doel heeft om een eventuele val soepel te stoppen zodat geen letsel ontstaat. Er bestaan voor valdemping uiteenlopende technische oplossingen. Onder meer is het mogelijk dat de valdemper onderdeel vormt van de vallijn. Verder is een speciale harnasgordel vereist om te zorgen dat de schok die ondanks de valdemping optreedt zonder problemen door het lichaam wordt opgevangen.
Aanlijnsystemen moeten aan zeer hoge betrouwbaarheidseisen voldoen en in verband daarmee uitvoerig getest worden. Ook als het om alleen gebiedsbegrenzing gaat moet de uitrusting bij voorkeur tevens als valstop-systeem kunnen werken. Het is immers niet geheel en al uitgesloten dat iemand door een te lange leeflijn toch over de dakrand valt.
Er bestaan voor het verkrijgen van de nodige veiligheid bij het werken op daken aanlijnsystemen waarmee zowel positionering als valstop toegepast kan worden. Bij deze systemen wordt een instelbare positioneringslijn gebruikt. Om met deze techniek voor het realiseren van de vereiste veiligheid te werken is gedegen training vereist.
Dakankers Bij elk systeem om door aanlijning de veiligheid te verbeteren zijn bevestigingspunten ofwel ankers op het dak nodig. De leeflijn wordt direct aan een dakanker gekoppeld of aan een kabel of rail die de ankers met elkaar verbindt. Een nadeel van koppeling aan individuele dakankers is dat de lijn herhaaldelijk losgemaakt en aan een ander anker gekoppeld moet worden.
Een ander nadeel is de zogenoemde pendulewerking, een fenomeen dat veiligheidsproblemen kan veroorzaken als vlakbij de dakrand gewerkt moet worden. Met name bij gebiedsbegrenzing is de pendulewerking bezwaarlijk omdat de lengte van de leeflijn daarbij essentieel is. De veilige lengte van de lijn is bij koppeling aan individuele ankers afhankelijk van de hoek waarmee de lijn richting dakrand gaat. Als de werker niet loodrecht maar schuin naar de dakrand loopt is om de dakrand te bereiken een langere lijn nodig.
Bij gebiedsbegrenzing door aanlijning aan individuele dakankers is de leeflijn als gevolg van de pendulewerking vaak of te kort, zodat de werkplek niet bereikt kan worden, of te lang, zodat er nog steeds veiligheidsrisico bestaat. In verband met de pendulewerking moet de lijn vaak worden losgekoppeld en aan een ander anker worden bevestigd. Deze problemen die bij het koppelen aan individuele ankers optreden kunnen worden opgelost door koppeling via een rail- of kabelsysteem.
Rail- en kabelsystemen Door het installeren van een rail- of kabelsysteem kan de veiligheid op een dak veelal aanzienlijk worden verbeterd. Er kan bijvoorbeeld op 2 meter afstand van de dakrand een rail worden geplaatst die tevens dient als hekwerk rondom het veilige gebied. Als de werker zich buiten het veilige gebied wil begeven moet hij zich aan deze rail aanlijnen. Dit systeem is heel bevorderlijk voor de veiligheid op het dak. Aangezien de voorziening voor aanlijning zich precies daar bevindt waar het onveilige gebied begint zal de werker niet gemakkelijk kunnen vergeten om zicht vast te koppelen.
Er bestaan ook systemen waarbij in plaats van een rail een roestvrijstalen kabel of een fibertouw wordt gebruikt om de ankers met elkaar te verbinden. Een voordeel daarvan is dat de voorziening onopvallend is en het architectonische uiterlijk van het gebouw niet aantast.
Bij systemen voor gebiedsbegrenzing wordt gewerkt met een korte lijn waarvan de bevestiging zich kan verplaatsten langs de rail of kabel. Door toepassing van een zogenoemde loopwagen of kabelgeleider wordt de verplaatsing niet belemmerd op de punten waar de rail of de kabel met een dakanker is verbonden.
Op smalle daken of dakgedeelten is het niet mogelijk een veilig gebied af te bakenen, omdat men daar nergens meer dan 2 meter van de dakrand verwijderd is. Zulke daken zijn dus altijd in hun geheel onveilig gebied. Er moet dan om de nodige veiligheid mogelijk te maken in principe altijd een rail of kabel aanwezig zijn waaraan de werker zich reeds bij de toegang tot het betreffende dak of dakgedeelte kan aanlijnen. Het op een smal dak koppelen van de vallijn aan afzonderlijke ankers zou immers al onaanvaardbaar veiligheidsrisico met zich meebrengen.
Dakanker-bevestiging Dakankers moeten de bij een val optredende belasting zonder problemen kunnen opnemen. In verband daarmee is onder meer belangrijk dat ze op de juiste wijze aan de dakvloer bevestigd worden. Behalve door-en-door bevestiging kan eventueel ook ballastgewicht worden toegepast om ze op hun plaats te houden. Het gebruik van ballastblokken heeft ten opzichte van door-en-door bevestiging als voordeel dat er geen lekkage in het dak door kan ontstaan.
Omdat de belasting die bij een val plotseling op een dakanker wordt uitgeoefend zeer hoog kan zijn moet ook het ballastgewicht heel hoog zijn, hetgeen op praktische bezwaren kan stuiten. Er bestaan echter thans verschillende methodes om dit probleem op te lossen. Zo werd door de leverancier van valbeveiligingssystemen Latchways een techniek ontwikkeld en gepatenteerd, het Constant Force systeem, waarbij speciale dakankers met een ingebouwde demper worden gebruikt. Bij plotseling optredende hoge belasting wordt de energie geleidelijk door deze demper opgenomen. Hoge piekbelastingen worden zo afgezwakt tot veel lagere belastingen. De Constant Force ankers hoeven dankzij deze techniek niet aan constructiestaal of gordingen bevestigd te worden. Er is ook een vrijstaande uitvoering met relatief weinig ballastgewicht.
Aanlijning is voor het realiseren van voldoende veiligheid bij het werken op daken een belangrijke techniek die nog steeds door nieuwe ontwikkelingen wordt verbeterd. Dankzij technische innovatie kan daarmee een steeds hoger veiligheidsniveau worden bereikt.