/ Home / Risicovolle werkzaamheden en - ruimten / Brandveiligheid / Artikelen  

Onderhoud van brandslanghaspels

De Nederlandse Norm voor vaste brandblusinstallatie, brandslangsystemen NEN 671 deel 3 gaat over onderhoud van brandslanghaspels met vormvaste slang en brandslanginstallaties met plat opgerolde slang.

In elk bouwwerk, bestaand en nieuwbouw komt men brandslanghaspels tegen, in de oudere gebouwen zijn nog zeer veel brandslanghaspels van 25 en 30 meter aanwezig met een slang diameten van 1”, echter in de nieuwbouw wordt alleen nog gebruik gemaakt van brandslanghaspels 20 meter ¾” .

De Brandweerwet stelt dat een van de taken van de overheid is het beperken van brand, schade ontstaan door brand en ongevallen. De Modelbouwverordening (MBV) uitgegeven door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) stelt in artikel 254; Nadere eisen kunnen worden gesteld ten aanzien van de brandveiligheid in gebouwen. Kleine blusmiddelen kunnen worden geëist. Verder stelt de (MBBV) dat blusmiddelen altijd zichtbaar en bereikbaar dienen te zijn, en dat minimaal 1 x per half jaar deze blusmiddelen dienen te worden gecontroleerd op goede werking en aanwezigheid. De eisen voor brandveiligheid van gebouwen is vastgelegd in het Bouwbesluit, daar in wordt uitgegaan van brandslanghaspels.



Waar worden concreet brandslanghaspels voorgeschreven
* Kantoor woningen > 500 m2
* Kantoorgebouwen > 500 m2
* Verblijf en logeer gebouwen >500 m2

Deze haspels dienen te zijn voorzien van een slang met de minimale lengte van 20 meter, de minimale wateropbrengst moet 1,3 m3 per uur zijn bij een minimale druk van 100 kPa.

Brandslanghaspels zijn standaard opgenomen in alle gebouwen van >500 m2, als eerste interventiemiddel om brand te blussen, het voordeel van deze brandslanghaspels is een continue aanvoer van blusstof en bereikbaarheid.
Daarnaast is de blusstof water nog steeds een uitermate doeltreffende blusstof die ruim voldoende beschikbaar is en daarbij relatief laag in kosten.

Uiteraard ligt de bedrijfszekerheid en inzetbaarheid van brandslanghaspel voor een groot deel bij een juiste wijze van onderhoud, controle en beproeving. Het is daarom van essentieel belang de installatie minimaal 1 x per jaar te (laten) controleren. De gebruiker dient tevens een logboek bij te houden waarin de
precieze locatie van de brandslanghaspel of brandslangsysteem staat vermeld en waarin de technische gegevens en staat van onderhoud staat opgetekend.




Jaarlijkse inspectie
De jaarlijkse inspectie omvat de volgende controle:

* De plaatsing en bereikbaarheid van de brandslanghaspel, is deze vrij toegankelijk en zichtbaar.
* Is er roestvorming, lekkage of andere zichtbare beschadiging van de haspel waarneembaar.
* Is de gebruiksaanwijzing aanwezig en goed leesbaar.
* Is er een herkenningsteken (pictogram) geplaatst.
* Is de haspel op een juiste wijze bevestigd aan de muur, en hangt deze vast en stevig.
* De debiet ( doorstroming van water) gelijkmatig en voldoende.
* De gehele slang dient afgerold en gecontroleerd te worden op scheurtjes, vervormingen en slijtage.
* Indien een slang een beschadiging vertoont hoe klein deze ook is dient de slang te worden vervangen.
* Controle van type slangklem en bevestiging.
* De draairichtingen links en rechtsom moet soepel en makkelijk zijn in beide richtingen.
* Het type afsluiter, de bedienbaarheid moet soepel en naar behoren functioneren.
* De toevoerleiding dient de juiste diameter 22 mm (3/4”) te hebben en onbeschadigd te zijn.
* De eventueel aanwezige haspelkast dient schoon, roestvrij en soepel en makkelijk te openen zijn.
* De straalpijp dient van het juiste type te zijn en twee functie te hebben, gebonden straal en sproeistraal.
* De slanggeleider dient goed en soepel te functioneren.
* Aanbrengen onderhoudsetiketten
* Verzegeling afsluiter
* Opruimen van werkomgeving

Elke brandslanghaspel dient na onderhoud en service direct weer gebruiksklaar te zijn, indien dit niet mogelijk is in verband met een groter onderhoud of afkeuring dient dit direct te worden aangegeven op de haspel met de tekst, “buiten gebruik”.
De gebruiker dient schriftelijk hiervan op de hoogte te worden gesteld en binnen 24 uur hier actie op te ondernemen.

Elke 5 jaar dient de brandslang te worden onderworpen aan een drukproef met de maximale toelaatbare werkdruk.

Watervoerende brandbestrijdingsmiddelen die rechtstreeks op het waterleiding net zijn aangesloten dienen te zijn voorzien van het KIWA keurmerk en jaar van productie conform de KIWA-ATA (Attest Toxicologische Aspecten), indien het jaar van productie ontbreekt, dient de slang ieder jaar te worden beproefd.

Het jaarlijkse en 5 jaarlijks onderhoud dient door de eigenaar/gebruiker te worden geregistreerd in het logboek, daarin dienen de volgende punten te worden geregistreerd.

* Datum en jaar van de inspectie of onderhoud
* De beproevingsresultaten
* Vervangen onderdelen met datum wanneer dit is uitgevoerd
* Welke vervolgacties noodzakelijk zijn.




Auteur E.K.Mulder