/ Home / Veilig werken en inspecties / Elektrische gevaren / Artikelen  

Verbranding
door elektriciteit

Het menselijk lichaam bestaat voornamelijk uit vocht dat net als vele andere vloeistoffen een zeer lage weerstand heeft. De huid vormt met zijn eeltlagen dan ook de hoogste elektrische weerstand, maar met transpiratie vocht vermindert deze weerstand aanzienlijk.

Een stroomwaarde van 10 milliampère geldt als de "LOSLAAT-DREMPEL".

Bij hogere stroomwaarden wordt door de "SPIERKRAMP loslaten een probleem.

Om één liter water één graad Celsius in temperatuur te verhogen is aan energie-warmte ongeveer 4100 Joule nodig. Deze elektrische energie kunnen we berekenen met de formule W = U x I x t(Volt, Ampère, seconde).

Stel dat er bij één hand, duim en pink, 230 Volt spanning aanwezig is en wordt aangeraakt gedurende 2 seconden. De weerstand tussen duim en pink bedraagt ongeveer 100 Ohm. Voor de hoeveelheid vloeistof tussen duim en pink die rechtstreeks de stroom geleidt nemen we nu aan dat dit ongeveer 10 cc is.

De stroom door de hand berekenen we met de formule I= U / R.

Dit wordt 230 / 100 = 2,3 Ampère.

Het elektrische vermogen wat daardoor er dus in deze hand ontwikkeld wordt bedraagt dan P = U x I = 230 X 2,3 = 529 Watt.

Aan elektrische warmte-energie onstaat er dan ongeveer W = U x I x t = 230 x 2,3 x 2 = 1058 Joule.

Om tien cc water één graad Celsius in temperatuur te verhogen is aan energie ongeveer 0,01 x 4100 = 41 Joule nodig. Er is echter 1058 Joule beschikbaar waardoor er een stijging van 25° Celsius in temperatuur is te bereiken.

Bij een normale lichaamstemperatuur van 37° Celsius wordt daardoor verhoogd tot 62° Celsius. Bloed "kookt" bij 42° Celsius en ontbindt in schadelijke stoffen en geeft kans op vergiftiging.

De zenuwbanen en haarvaten in het spierweefsel geleiden de elektrische stroom uiteraard ook goed. Door de zeer geconcentreerde warmte ontwikkeling in deze zeer dunne geleiders kunnen deze verbranden. Er wordt littekenweefsel gevormd die het functioneren van de hand kunnen gaan belemmeren.

Auteur: Leo van de Graaf